LEZEN, SCHRIJVEN EN ALL THAT JAZZ: EEN GESPREK

Je boeken lezen als puzzels. Hoe kom je aan je ideeën en hoe combineer je ze?

Een boek ontstaat uit duizenden ideeën, sommige daarvan zijn slechts kleine ingevingen of indrukken, die vervolgens samen een geheel vormen. Als schrijver leg je al die verschillende stukjes inspiratie bij elkaar en kijk je naar wat bij wat past. Zoals bij veel creatieve bezigheden draait het om een combinatie van intuïtie en inspanning. Het heeft veel weg van een puzzel leggen: in het begin heb ik aan, zeg, vier passende stukjes genoeg om van daaruit verder te gaan. Als lezer, en als schrijver, geef ik de voorkeur aan boeken met een rijke, levendige opbouw en diverse plot- en betekenislagen. Als de setting, personages, plot of plaats voor mijn gevoel niet kloppen, dan verlies ik al snel het vertrouwen in waar ik mee bezig ben.

Als ik aan een verhaal met een mysterie werk is het voor mij bovendien heel belangrijk dat mijn verhalen gecompliceerd genoeg zijn opdat de lezer blijft gissen. De beste mysteries zijn de verhalen waarin alle sleutels tot de ontknoping vol in het zicht verborgen liggen en ik de lezer dus om de tuin moet leiden. Ik heb geen geduld voor denksporten zoals schaken, en ik weet zeker dat dat komt doordat het deel van mijn hersens dat zich bezighoudt met strategisch plannen al flink belast is.

Wat is voor jou het leukste onderdeel van het proces?

Dat zijn er twee. Om te beginnen het plotten en plannen voordat ik ook maar een letter heb getypt. Ik ben dan voortdurend aan het spelen en ik laat mijn verbeelding los op de verhaallijn, de settings en personages. Alles is mogelijk. De tweede favoriete fase is aan het eind van het schrijfproces, als ik een voltooid manuscript voor me heb liggen en het grote schaafwerk kan beginnen. Dan trek ik de naden wat losser en begin ik met trimmen, uitwerken, bijschaven en versterken, om zo de boel als het ware wat te kunnen innemen en ten slotte alles een stuk strakker weer aan elkaar te kunnen naaien.

Hoeveel onderzoek vergen jouw romans?

Veel. Maar zo voelt het niet, want het maakt deel uit van een proces waar ik echt van geniet. Ik zou al die achtergrondliteratuur toch wel hebben gelezen en die musea, galeries en huizen toch wel hebben bezocht, want de onderwerpen waarover ik schrijf fascineren me nu eenmaal. Het vooronderzoek zelf neemt diverse vormen aan, afhankelijk van hoever ik met het manuscript ben gevorderd. In het begin, als ik nog slechts een vaag idee heb over de personages, de setting en de verhaallijnen, lees ik zo veel en zo gevarieerd als ik kan en laat ik me meeslepen door de onderwerpen die me het meest boeien. Naarmate het boek vordert, wordt het onderzoek specifieker en richt ik me op de details die ervoor moeten zorgen dat gebeurtenissen die aan bod komen die ik zelf niet heb meegemaakt toch aannemelijk lijken, zoals de evacuaties tijdens de Tweede Wereldoorlog, de ervaringen van de soldaten die na de Eerste Wereldoorlog terugkeerden, aandachtspunten zoals welke bloemen er in mei zoal in Kent bloeiden en welk merk sigaretten Percy Blythe gerookt zou hebben…

Wat zijn je beste tips voor aankomende schrijvers?

Lees vaak en zo gevarieerd mogelijk. Lees bewust en met een kritisch oog. Schrijf dagelijks en schrijf altijd over dingen die jou interesseren. Laat je niet verleiden door de markt. Als je voor jezelf schrijft, dan word je hoe dan ook beloond, zelfs al ligt je boek niet in de winkel. Laat je niet ontmoedigen (in elk geval niet meteen). Soms zul je je pennenvruchten haten; soms zal het lijken alsof jij de enige bent die tevreden is over wat je hebt geschreven. De grootste uitdaging waar een schrijver voor staat is om na een afwijzing weer overeind te krabbelen, het stof van zijn of haar kleren te slaan en opnieuw te beginnen. Een afwijzing doet pijn, maar als schrijven je lief is, dan ga je er toch wel mee door. Je hebt geen andere keus: personages en ideeën zullen je net zo lang uit je slaap houden totdat je jezelf gewonnen geeft en ze aan het papier toevertrouwt.

Een boek schrijven is als een huis bouwen: het vergt tijd en moeite en je hebt een stevig fundament nodig om de boel bijeen te houden zodat alle opsmuk een nadere inspectie kan doorstaan. Wanneer ik even vastzit, pak ik mijn notitieboek en zoek ik een koffiezaak op (dat kan ook een park zijn, een bibliotheek of een bar, dat is helemaal aan jou) en dan geef ik me over aan de verbeelding. Even weg te zijn van mijn manuscript heeft op mij een verhelderend effect en dat geeft me weer moed en sturing. (Pen en papier helpen ook. De punt van de balpen die over het papier jaagt lijkt op zo’n moment direct in verbinding te staan met mijn hersens.)

Heb je bij het schrijven bepaalde vaste gewoontes?

Ik doe mijn schrijfwerk op een computer, maar het voorwerk gebeurt altijd met pen en papier. Ik krabbel dikke aantekenschriften vol met verhaallijnen, ideeën voor personages, vragen en gelukkig heel veel antwoorden. Een van de dingen die ik graag doe wanneer ik vastloop is om met mijn aantekeningen naar een gezellige koffieshop te verkassen waar het licht gedempt is. Dan nestel ik me in een rustig hoekje achterin en begin te dagdromen. Ik krabbel alles op papier wat me te binnenschiet en dat brengt me steevast terug in de wereld van mijn verhaal. Ook al doe ik nog zo mijn best, mijn bureau (en op dit moment mijn vloer) blijft een rommeltje: oude manuscriptversies, pennen zonder dopjes, paperclips, post-itvelletjes, een kladblok, koffiebekertjes en doe-lijstjes.

En bij het lezen?

Ik behoor tot de vrouwen die altijd een boek in hun handtas hebben en van wie bekend is dat als ze weleens een boek per ongeluk thuis heeft laten liggen, ze een ander exemplaar koopt. Als ik het zonder een boekwinkel of boekenplank moet stellen, dan lees ik gewoonlijk alles wat ik in handen krijg, variërend van parkeerbonnen, visitekaartjes, de achterkant van een pak ontbijtgranen. Ik kan er niets aan doen, het is een dwangneurose. Ik lees ook in de auto (als bijrijder) zelfs al word ik lichtelijk wagenziek, en ik moet er niet aan denken om zonder boek in bad te stappen. Niet dat ik het altijd opensla, maar ik wil het graag bij de hand hebben. Ik denk dat het erfelijk is. Mijn moeder is namelijk ook een fanatieke badlezer. Het ergst van ouder worden en dat je aan een bril moet, zo zegt ze, is dat je vanwege de damp van het hete water niet meer in bad kunt lezen. Des te meer reden om ervan te genieten zolang het nog kan, lijkt me.

Welk boek inspireerde jou tot het schrijverschap?

Het boek dat me in dat opzicht het meest beïnvloedde was The Enchanted Wood van Enid Blyton, want dat was mijn eerste ‘lievelingsboek’ (ik las het voor, tijdens en na school toen ik vijf was). Het wakkerde een liefde voor het lezen aan die me altijd op de been heeft gehouden. Ik ben een schrijver die schrijft omdat ik wil lezen en daarmee ben ik schatplichtig aan Enid Blyton, die mijn jonge verbeelding wist te vangen. Grappig eigenlijk, want als ik naar mijn huidige boeken kijk, dan bespeur ik nog steeds iets van haar invloed: de periferie van mijn geest is nog steeds een plek waar mysteries, geheimen en cottages aan de rand van een donker bos te vinden zijn.

Wat doe je zoal wanneer je niet aan het schrijven bent?

Mijn man is jazzmusicus, dus muziek speelt een enorme rol in ons leven. Mijn smaak is nogal breed: ik ben dol op jazz, variërend van John Coltrane tot Ella Fitzgerald tot Madeleine Peyroux; Ierse muziek, klassieke muziek; van zwaarmoedig en melancholisch tot volkomen uitbundig. Ik luister graag naar Radiohead, Nick Cave en Portishead. En Grace van Jeff Buckley is mijn lievelingsalbum.

WIST JE DAT?

‘Drama-training was een uitstekende voorbereiding op het schrijven. Ik merk vaak dat ik de gezichtsuitdrukkingen die ik beschrijf voor mijn personages trek wanneer ik achter de computer zit. Geen geweldige uitstraling als ik in het openbaar werk!’

Kate praat met Cornwall, schrijft en Aan de rand van het meer met Book Break

Kate praat Summer Reading met Book Break

Kate praat met Das Seehaus (Aan de rand van het meer) aan het meer in Seeschloss Monrepos

Lees Kate’s essay, ‘We Were From the Mountains’, over kindertijdbezoeken aan het huis van haar grootmoeder